
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
Artikel 63
1
Onverminderd het derde lid wordt tot een bij ministeriële regeling bepaald tijdstip, dat voor verschillende groepen personen verschillend kan worden vastgesteld, onder werkloze werknemer in deze wet en de daarop berustende bepalingen mede verstaan: de persoon die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 7 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen op grond van artikel 2, onderdeel c of d, zoals dat luidde op die dag, werd aangemerkt als werkloze werknemer.
2
Onder werkloze werknemer in deze wet en de daarop berustende bepaling wordt mede verstaan: de persoon die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 1.10, onderdeel C, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen werd aangemerkt als werkloze werknemer op grond van artikel 2, onderdeel c of d, en die op grond van artikel 3 van de Toeslagenwet geen recht heeft op een toeslag op grond van die wet.
3
Artikel 7 is niet van toepassing op de persoon die als gevolg van de inwerkingtreding van artikel 1.11, onderdeel A, van de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen geen werkloze werknemer is en de echtgenoot van die persoon.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.